Luidklokken In 1577/1578 goot Hendrik van Trier de 3
grote klokken die thans in de toren hangen. Eigenlijk moesten dit er 10 zijn, maar de stad
was door de oorlog zo slecht bij kas dat Van Trier maar 3 klokken goot zonder hiervoor een
cent te ontvangen. De klokken werden door paarden en ezels in de toren gehesen en kwamen
oorspronkelijk aan rechte assen te hangen. Als men toendertijd de Salvatorklok - van 8000
kg - wilde luiden dan waren daar 12 mensen voor nodig. Tegenwoordig hangen alle klokkeîi
aan krukassen wat het luiden gemakkelijk maakt, toch is een rechtas beter voor zowel de
klok als de klank. Nien heeft hier toe besloten omdat men vreesde dat het luiden de
klokkestoel en daarmee de toren zou beschadigen.
Eeuwenlang hebben deze klokken, waarvan de grootste een diameter heeft van 2.23m,
vreugde en leed, oorlog en vrede aangekondigd. Vlakbij het gatnigat aan de zijde van de
Grote Markt, hangt de 'Ruimstraatklok' van 900 kg. Het luiden van deze klok, gegoten in
1764 door J. Borghard te Enkhuizen, gaf het vallen van de nacht aan. Tijdens een
pestepidemie in 1826 werd het luiden afgeschaft. Sinds 1982 luidt het Groninger
Klokkenluiders Gilde iedere zondag en op bijzondere dagen met de hand het gelui.
In 1994 is de nieuwste klok geinstalleerd 'De Kromstaart', deze op een na grootste klok
weegt 5000 kg en heeft een doorsnede van ongeveer 2 meter. Deze klok is aangeboden door de
St. Martini Beiaard met geld van de stichting 'Groningen 950'.
Op de klok staat het volgende rijm:
'Kromstaart mag men mij noemen,
de Groningers zal ik roemen,
want volk van Stad en Lind,
schonk mij met rnilde hand
1040-1990 Groningen stad 950 jaar.'
Er hangen nog meer klokken; één van 4200 kg, één van 3400 kg. In 1994 worden ook de
4 klokken van het Stadhuis overgeplaatst naar de toren.De borden die in de toren hangen,
geven nog meer informatie over de klokken.. |